Het verhaal
Wanneer Philip baron van Pallandt voor het eerst in Ommen komt, vindt hij daar een behoudend stadje aan de Vecht omgeven door akkers en uitgestrekte bossen. In 1913 erft de dan 23-jarige Van Pallandt het 1.700 hectare grote landgoed Eerde van zijn oom. Het is gelegen tussen Vecht en Regge en heeft een kasteel, een landhuis en 23 boerderijen. Het eerste wat hij doet is zijn landgoed openstellen voor publiek, iets wat in die tijd zeer ongebruikelijk was.
Via de padvinderij komt Philip van Pallandt in contact met de Theosofische beweging. In eerste instantie maakt hij het mogelijk dat er langs de oever van de Vecht PIA-kampen worden georganiseerd waar praktischen idealisten rond het kampvuur ideeën uitwisselen. Nadat Van Pallandt kennis heeft gemaakt met de Indiase wijsgeer Krishnamurti wordt in 1924 op de dan nog kale en onontgonnen Besthemerberg het eerste Sterkamp georganiseerd.
De Sterkampen groeien uit tot bijeenkomsten van grote omvang. Treinen uit heel Europa rijden naar Ommen om volgelingen van Krishnamurti naar de Besthemerberg te brengen. De kampplaats verandert ondertussen in een klein dorp met tenten en houten gebouwen, met een winkel, postkantoor, bankgebouw en bibliotheek en met radiofaciliteiten om de toespraken van Krishnamurti live uit te zenden. Het hoofdkantoor van de Orde van de Ster in het Oosten wordt gevestigd in kasteel Eerde.
Philip van Pallandt het initiatief genomen om aan de noordkant van zijn landgoed een schoolgebouw te bouwen en een hofje met arbeiderswoningen. Ook de padvinderij in Ommen vindt nog altijd een onderkomen op het landgoed. Naast het terrein aan de Regge en het terrein aan de Vecht nemen de padvinders hun intrek in een boerderij in het Laarbos. Maar de droom om rond de Besthemerberg een Geestelijk Wereldcentrum te bouwen gaat in rook op en Van Pallandt moet op zoek naar een nieuwe bestemming voor zijn kasteel.
In 1934 verhuurt Van Pallandt zijn kasteel aan de Duitse Quakers, een groep ondogmatische gelovigen, met wortels in de christelijke traditie. Zij richten een school op waar leerlingen die het nationaalsocialisme in Duitsland willen ontvluchten een plek vinden. Al snel vinden ook Joodse leerlingen hier een veilig heenkomen. De school groeit en breidt uit met een dependance en in 1939 wordt ook een Landbouwschool geopend.
Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verandert veel. De padvinderij wordt door de Duitse bezetter verboden. En in plaats van padvinders marcheert de Hitlerjugend door het Laarbos. De leerlingen van de Quakerschool raken afgesneden van hun familie in Duitsland. Ook ontkomt de school niet aan de maatregelen die worden genomen tegen hun Joodse leerlingen. Het voormalige Sterkamp op de Besthemerberg wordt door de Duitsers in beslag genomen en wordt omgebouwd tot justitieel strafkamp Erika, in eerste instantie bedoeld om de overvolle gevangenissen te ontlasten.
Tegelijkertijd groeit in Ommen het verzet tegen de Duitse bezetting. Zo vinden Joodse kinderen uit Amsterdam en Utrecht een veilig heenkomen bij een padvindersleidster die in Ommen is blijven wonen.
VERderGAAN vertelt het verhaal van dertig jaar idealisme in Ommen. De geschiedenis wordt geschetst aan de hand van het levensverhaal van vier vrouwen die elk op hun eigen manier de Besthemerberg als hun thuis zagen.